Een van de belangrijkste beslissingen waar een student tijdens zijn studieloopbaan in het universitair of hoger beroepsonderwijs mee te maken kan krijgen, is het bindend studieadvies. Wanneer dit advies negatief is, betekent dit dat de student zijn studie blijvend of tijdelijk niet aan dezelfde onderwijsinstelling kan voortzetten.
Indien een student het niet eens is met een bindend negatief studieadvies van het bestuur van zijn onderwijsinstelling, dan kan hij daar administratief beroep tegen instellen bij het college van beroep voor de examens van zijn onderwijsinstelling. Indien dit college het beroep ongegrond verklaard, dan staat voor de student de mogelijkheid open beroep in te stellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Hoewel voor het voeren van deze procedures de bijstand van een advocaat niet wettelijk verplicht is, is het – gelet op de gevolgen die een bindend negatief studieadvies voor een student kan hebben en het gegeven dat de student slechts één kans heeft bij een onafhankelijke rechter – raadzaam om een in het onderwijsrecht gespecialiseerde advocaat in de arm te nemen. Deze is bekend met de mogelijkheden die de wet en de rechtspraak bieden om een bindend negatief studieadvies aan te vechten.
In een groot deel van de beslissingen en procedures spelen de persoonlijke omstandigheden een rol. Deze omstandigheden zijn voor een deel beschreven in het Uitvoeringsbesluit WHW en voor een deel in het Opleidings- en Examenreglement (OER) van de betrokken opleiding. In de meeste procedures staan ziekte of bijzondere omstandigheden van de student centraal. De student dient de persoonlijke omstandigheden als het gevolg waarvan hij onvoldoende studiepunten heeft behaald niet alleen te benoemen, maar ook aannemelijk te maken door middel van verklaringen van deskundigen.
De minister van OCW heeft in mei 2023 aangekondigd het voornemen te hebben om in het voorjaar van 2024 een wetsvoorstel in te dienen op grond waarvan met ingang van het studiejaar 2025-2026 onderwijsinstellingen in het eerste studiejaar niet meer dan 30 studiepunten van de student mogen verlangen en hen aan het eind van het tweede jaar de mogelijkheid te bieden de opleiding van studenten die minder dan 60 studiepunten hebben behaald, te beëindigen. In de rechtspraak wordt vooralsnog niet vooruitgelopen op deze wetswijziging. De huidige voorwaarden voor een positief studieadvies gelden dan ook nog onverkort.
Heeft u een vraag over dit artikel of over andere onderwijsrechtelijke onderwerpen? Neem dan contact op met onze sectie onderwijsrecht (contactpersoon: Hans Blom). Wij beantwoorden uw vragen graag.
Hans Blom