Skip to main content

Onlangs heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan die onderstreept dat je goed moet opletten wanneer er fatale termijnen in het spel zijn. In deze zaak zegde een werkgever een arbeidsovereenkomst met een werknemer op “per 1 maart”. Daarbij werd door de werkgever geen transitievergoeding aan de werknemer toegekend. De werknemer was het met dat laatste niet eens. De wet stelt dat de werknemer in zo’n situatie aan de kantonrechter kan vragen hem/haar ten laste van de werkgever een transitievergoeding toe te kennen. De wet stelt wel dat de werknemer dat dient te doen “binnen drie maanden na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd”. De werknemer begreep de opzegging  “per 1 maart” zo dat de laatste werkdag 28 februari was en dat de arbeidsovereenkomst op 1 maart eindigde. Door de werknemer werd op 30 mei een verzoek tot toekenning van een transitievergoeding ingediend bij de kantonrechter. De werknemer meende daarmee op tijd te zijn.

De Hoge Raad overwoog echter dat arbeidsovereenkomsten (tenzij iets anders is overeengekomen of gebruikelijk is) worden opgezegd tegen het einde van een maand, waarbij de arbeidsovereenkomst dan aan het einde van de laatste dag van de maand eindigt. Dat geldt ook voor een opzegging van de arbeidsovereenkomst “per” de eerste dag van de maand, indien niet uit een schriftelijke overeenkomst of gebruik volgt dat de opzegging de arbeidsovereenkomst pas op de eerste dag van de maand laat eindigen. Dat betekent volgens de Hoge Raad dat in dit geval de arbeidsovereenkomst ook aan het einde van de laatste werkdag (28 februari) eindigde. Dat betekende volgens de Hoge Raad dat de termijn van drie maanden waarbinnen het verzoek tot toekenning van een transitievergoeding moest worden gedaan, begon op de eerste dag na de laatste werkdag en afliep aan het einde van de met die laatste werkdag overeenstemmende dag drie maanden later. De termijn eindigt volgens de Hoge Raad dus in beginsel steeds aan het einde van de dag met hetzelfde nummer als dat van de laatste werkdag. Dat was in dit geval 28 mei. De werknemer was daarom in dit geval te laat en liep daarmee ruim € 53.000,– mis.

Vragen over het ontslaan van een werknemer of wordt u zelf geconfronteerd met een ontslag? Neem contact op met één van onze advocaten van de sectie arbeidsrecht.

Sjakko van Raaijen

Personen- en familierecht

×