Skip to main content

De rechtbank Rotterdam heeft zich onlangs gebogen over de vraag of de opdracht tot ontwikkeling van een webshop een resultaats- of inspanningsverbintenis is.

Een software-ontwikkelingsbedrijf kreeg de opdracht tot ontwikkeling van een webshop. In de algemene voorwaarden van dat bedrijf was onder andere het volgende bepaald:

“[…] De tussen Gek van Software en de Klant te sluiten Overeenkomst draagt het karakter van een inspanningsverbintenis, tenzij en voor zover in de schriftelijke Overeenkomst Gek van Software uitdrukkelijk een resultaat heeft toegezegd en het betreffende resultaat tevens is omschreven in de Overeenkomst. […]”

Ruim een jaar later liet het softwarebedrijf haar opdrachtgever weten de samenwerking te beëindigen. De opdrachtgever was hiermee niet akkoord. Volgens haar was daarmee sprake van wanprestatie aan de zijde van het softwarebedrijf omdat zij geen enkele prestatie verricht zou hebben en geen resultaten zou hebben opgeleverd. Om die reden vorderde de opdrachtgever het door haar betaalde bedrag van € 58.080,- volledig terug. Er zou (ook) sprake zijn van ongerechtvaardigde verrijking. Het softwarebedrijf verdedigde zich met de stelling dat zij op grond van de overeenkomst niet verplicht was om een bepaald resultaat te leveren (“een webshop”), maar alleen een inspanningsverplichting had om bepaalde software te ontwikkelen.

De rechtbank moest vervolgens beoordelen of hier sprake was van een resultaatsverbintenis, namelijk om een webshop op te leveren, of een inspanningsverbintenis ter ontwikkeling van een webshop.

De rechtbank was onder andere van oordeel dat de offerte onvoldoende handvatten bood om te kunnen stellen dat hier sprake is van een resultaatsverbintenis. De offerte bestond slechts uit een opsomming van posten en werkzaamheden die te weinig concreet waren om een bepaald eindresultaat te kunnen omschrijven. Daarbij kwam ook dat partijen de voortgang van het project telkens wekelijks zouden bespreken. Hierdoor was het eindresultaat dus mede afhankelijk van de inbreng van de opdrachtgever, wat betekent dat er op voorhand geen sprake was van een vast omlijnd plan. Dat de inspanningsverbintenis gericht was op een uiteindelijk te behalen resultaat, maakt nog niet dat er sprake is van een resultaatsverbintenis. En het niet behalen van dat resultaat betekent dus ook niet automatisch dat er niet voldoende inspanningen zouden zijn geleverd. De conclusie was dan ook dat partijen een inspanningsverbintenis waren overeengekomen. Ondanks dat er dus nog geen kant-en-klare website was, hoefde het softwarebedrijf niets terug te betalen. De inspanning om tot een website te komen was immers voldoende geleverd.

Mocht u er zeker van willen zijn dat een bepaald resultaat behaald wordt en dat u de andere partij hier ook op kunt aanspreken, zorg er dan voor dat het resultaat bij het verstrekken van de opdracht zo duidelijk en concreet mogelijk is vastgelegd. Bij het aangaan van de overeenkomst moet dan zo specifiek mogelijk worden vastgelegd wat het te behalen resultaat is. Dit kan bijvoorbeeld in de offerte of in een andere overeenkomst.

Hulp nodig bij het opstellen van een overeenkomst of vragen over een huidige overeenkomst? De specialisten van Okkerse & Schop Advocaten staan voor u klaar.

Wij zijn ook te vinden op sociale media:

Linkedin

Rechtsgebieden

Ondernemingsrecht

×